Elke vorm van expressie deelt iets dat zo rijk en universeel is: het verlangen om er doorheen te komen, een band te smeden of gewoon ons uit te drukken en zo in een verhoogde staat van bewustzijn te komen. Dat noem ik Moving Meditation.
Wat inspireert jou als kunstenaar?
Filosofie inspireert me. Die universele vragen en concepten die we onszelf voortdurend afvragen als mensen, over ons bestaan, onze kennis, waarden, geest en manieren van zijn. Volgens mij verbinden die filosofieën ons met elkaar, meer dan wat ook. Onze verhalen mogen dan verschillend zijn, ze hebben een ding gemeenschappelijk: de drang om ons doel en onze ervaringen te begrijpen.
Hoe verliep jouw artistieke parcours tot hiertoe?
Mijn parcours was een reeks ervaringen en onderzoeken, ingegeven door vragen. Telkens wanneer ik de studio induik, een nieuw werk maak of uitvoer, stel ik een vraag of vind ik een antwoord dat naar een andere vraag leidt. Dit proces heeft me altijd al een dieper inzicht gegeven in mezelf als artiest, performer, choreograaf en persoon.
Wat dreef jou om Moving Meditations te maken?
Tijdens mijn onderzoek ging ik de geschiedenis van stepping eens nader bekijken en, belangrijkst van al, de ontstaansreden voor deze vorm van percussie. Ik stelde vast dat de ontstaansreden van stepping heel erg leek op die van andere vormen van percussie, zoals Flamenco in Spanje, de Haka in Nieuw-Zeeland, Gumboot in Zuid-Afrika of zelfs universeel in de handen klappen om iets te vieren of roepen wanneer we pijn voelen. Elke vorm van expressie deelt iets dat zo rijk en universeel is: het verlangen om er doorheen te komen, een band te smeden of gewoon ons uit te drukken en zo in een verhoogde staat van bewustzijn te komen. Dat noem ik “Moving Meditation”.
Hoe onderscheid je jezelf van andere artiesten?
Door mijn interesse in multidisciplinair werk, in het bijzonder door verschillende stijlen te combineren, naast mijn onderzoek naar de relatie tussen beweging, geluid en ritme.
Wat is jouw favoriet stuk uit de voorstelling?
Het is moeilijk om er een te kiezen, ik zou zeggen dat de energieke en interactieve stukken mijn twee meest favoriete stukken zijn. Als body percussionist en danser is er geen beter gevoel dan het toneel te delen met de andere performers, terwijl we elkaar pushen, elkaar motiveren en onze verbondenheid tonen via onze bewegingen. Interactiviteit doorbreekt bovendien de vierde wand, zorgt voor een onmiddellijke connectie met het publiek en betrekt het publiek pas echt bij de voorstelling, op een dieper niveau.
If the sky’s the limit, wie zit dan in jouw favoriete dreamteam voor een creatie?
In mijn droomteam zouden grote namen uit de geschiedenis van Afrikaans-Amerikaanse muziek en dans zitten, onder wie Katherine Dunham, Alvin Ailey en Ella Fitzgerald, om er maar enkele te noemen.