#WIPCOOP PLAYS double bill at KVS
Door de nieuwe maatregelen in de strijd tegen COVID, voorstelling geannuleerd !
Yipoon Chiem – B**** + Milo Slayers – Monstrare et/ou Monere (toonmoment)
B**** is een eerbetoon aan het archetype van de vrouw met meervoudige macht. Reis mee door de geschiedenis van gewonde vrouwen en gemartelde en onteigende moeders. Een solo in striptease-modus, een onthulling van de maskers die we dragen.
Een intiem gedeeld moment over vrouwelijke slachtoffers van geweld herleidt tot een individueel en collectief bewustzijn. “Een herinnering aan de waardigheid van vrouwen uit het verleden en van vandaag. Een eerbetoon aan hun verbeelding, vastberadenheid, geloof, projectie, rituelen, ontwijking, aanvaarding, aanpassing, moed en kracht.”
B**** is een claim van Yipoon’s eigen stijl. «The greatest performance is the one that achieves madness»
Regisseur en choreograaf: Yipoon Chiem – Video’s: Elen Sylla Grollimund – Licht: Steven Brys – Coach: Mike Van Alfen – Choreografie-ondersteuning: Alesandra Seutin (Vocal Dance Company) – Muziek: Louc Sadu / YipOOOn – Foto: Elen Sylla Grollimund. Met de steun van Citylab Pianofabriek, Lezarts Urbains, KVS, Stad Brussel, Mestizo Arts Platform/Wipcoop, Rataplan en Zinnema
Monstrare et/ou Monere In deze solo stelt Milo Slayers je voor aan een fictief monster dat verschillende fases van monstruositeit doorkruist. Een veelvoud aan perspectieven ontsluit zich tegelijkertijd voor je ogen.
Milo is een masterstudent in Kunsten en Choreografie aan de Brusselse Académie Royale des Beaux-Arts. Met zijn collectief The Slayers experimenteert hij met en onderzoekt hij lichamelijke urban praktijken. Daarnaast verdiept Milo zich in andere artistieke disciplines zoals video, fotografie, muziek, … om zijn eigen danspraktijk te verbreden. Dit is nog een toonmoment.
Choreografie: Milø Slayers Coaching: Stéphane Bourhis Productie: Kunstenwerkplaats, Wouter Hillaert – Coproductie: Vooruit, Kunstencentrum STUK, Cultuurcentrum Brugge – Met steun van: KVS, WIPCOOP/Mestizo Arts Platform Met dank aan: Daniel Blanga Gubbay
